Op deze pagina bekijken we de traditionele indeling van het plantengeslacht Hydrangea. Die indeling is vooral gesteund op vormkenmerken.
|
De meest volledige systematiek van het plantengeslacht Hydrangea is nog steeds die van Elizabeth McClintock. Haar “Monograph of the genus Hydrangea” werd gepubliceerd op 5 november 1957.[1] McClintock volgde een traditionele morfologische benadering: ze deelde het geslacht in op basis van kenmerken van bladeren, meeldraden, zaaddozen enz. Jammer genoeg is McClintocks determinatiesleutel niet altijd even handig. Ze gebruikte vooral (oud) herbariummateriaal bij het opstellen ervan. Daardoor is haar analyse soms minder precies, vooral waar het gaat om het onderscheiden van ondersoorten. De altijdgroene soorten van de sectie Cornidia krijgen later een apart verhaal. Hierna beperken we ons tot een overzicht van McClintocks soorten en ondersoorten van de sectie Hydrangea. Er verschijnen inderdaad enkele knelpunten... H. anomala D. Don Deze soort herbergt de “klimhortensia's”. McClintock onderscheidt 2 ondersoorten:
|
||
|
H. arborescens L. Op basis van bladkenmerken onderscheidde McClintock bij H. arborescens 3 ondersoorten of subspecies: arborescens, discolor en radiata. Volgens Ronald Pilatowski zijn die types niet alleen morfologisch verschillend, zijn onderzoek wees ook uit dat ze in de natuur weinig onderling kruisen.[2] Hij beschouwde ze daarom als afzonderlijke soorten. Vandaag aanvaarden de meeste botanici Pilatowski’s indeling:
H. aspera D. Don De indeling van deze soort was zelfs voor McClintock geen gemakkelijke opgave. Ze noteerde dat, binnen het verspreidingsgebied van de soort (van de oostelijke Himalaya tot Java), de bladvorm, de bladgrootte en de beharing van de onderkant van het blad sterk varieert. Een ding was onmiddellijk duidelijk: omwille van de lange haren (trichomen) op de stengels was de ondersoort sargentiana een “geval apart”. Daarnaast onderscheidde McClintock dan op basis van de bladkenmerken 3 categorieën, de subspecies aspera, strigosa en robusta. Niettemin voegde ze er meteen aan toe dat vele onderzochte specimens eigenlijk mengvormen waren! Ondertussen hadden die mengvormen wel al een mooie botanische naam gekregen en circuleerden ze vrij in de handel. De reeks synoniemen in McClintock's werk is dan ook hallucinant. In afwachting van een revisie op basis van in het wild verzameld materiaal behouden we McClintock's indeling en synoniemen. Ze zien eruit als volgt:
|
||
|
Net als sommige andere auteurs gaat Corinne Mallet ervan uit dat McClintock te weinig oog had voor sommige details. Volgens haar is het verschil tussen McClintock's ondersoorten wel degelijk voldoende om ze te beschouwen als volwaardige soorten. Mallet onderscheidt:[3]
H. heteromalla D. Don H. hirta (Thunberg) Siebold H. involucrata Siebold H. macrophylla Siebold McClintock hield hier destijds grote schoonmaak. Ze degradeerde H. serrata tot ondersoort van H. macrophylla. Die ondersoort omvat dan een pot-pourri van vroeger erkende soorten, variëteiten en vormen zoals acuminata, chinensis, japonica en thunbergii. Deze benadering wordt bijvoorbeeld gevolgd door Lawson-Hall.[4] Daarmee krijgen we het volgende plaatje:
|
||
|
Niettemin houdt in Japan de benadering van Prof. Sito Kitamura stand.[5] Zijn classificatie beperkt zich tot de planten die voorkomen op Japans grondgebied. Mallet blijkt Kitamura’s mening te delen.[6] Dat geeft dan de volgende indeling:
De band met McClintock's ondersoorten stylosa en chungii is vooralsnog niet duidelijk. H. paniculata Siebold H. quercifolia Bartram H. scandens (L. f.) Seringe Ondanks de grote verwarring onderscheidt McClintock 4 ondersoorten. We vermelden ook enkele courante synoniemen.
H. sikokiana Siebold |
Referenties
- McClintock, E. (1957). A monograph of the genus Hydrangea. Proceedings of the California Academy of Sciences, Fourth Series, Vol. XXIX, 29(5), 147-256.
- Pilatowski, R.E. (1980). A taxonomic study of the Hydrangea arborescens Complex. Masters thesis submitted to North Carolina State University, parts 1-2, 40 & 45 p.
- Mallet, C. (2002). Hortensias et hydrangéas. Comment les choisir et les cultiver facilement. Ulmer, Paris, 96 p.
- Lawson-Hall, T. & Rothera, B. (2004). Hydrangeas. A gardener’s guide. Timber Press, Portland, 224 p.
- Kitamura, S. (1951). On Hydrangea serrata Seringe. Acta Phytotaxonomica et Geobotanica, 14(3), 85-87.
- Mallet, C. (2003). Distribution de la sous-section Macrophyllae au Japon. Bulletin de liaison des amis de la collection d’Hydrangea Shamrock, 9, 8-9.
Externe links
- Flora of China
- Nogal verward, blijkbaar hebben de Chinese auteurs McClintock niet geraadpleegd.
- Soort
- Achtergrondinformatie over het begrip “soort”.