Hydrangea’s hebben enkele gevoelige plekken, en ingrijpen is soms noodzakelijk... Hieronder volgt een overzicht van de ziekten en plagen die we in onze kijktuin en mini-kwekerij al hebben vastgesteld, en hoe je die problemen kunt aanpakken. De vermelde gewasbeschermingsmiddelen zijn alle in België erkend voor amateurgebruikers. Meer informatie over hun samenstelling en gebruik vind je op Fytoweb.

Daarnaast vind je in een partij hydrangea’s wel eens planten met gele bladeren of met droge bloemknoppen. Meestal heb je dan niet te maken met een ziekte, maar wel met een gebreksverschijnsel. We onderscheiden:

 

Bladvlekkenziekten

Symptomen

Bladvlekkenziekten worden veroorzaakt door schimmels, waaronder Cercospora hydrangeae, Colletotrichum gloeosporioides, Phyllosticta hydrangeae en Septoria hydrangeae. Hoewel de Engelse term “anthracnose” oorspronkelijk alleen verwees naar aantastingen door Colletotrichum gloeosporioides, wordt hij tegenwoordig voor vrijwel alle bladvlekkenziekten gebruikt.

Cercospora hydrangeae

   
        [1]

Cercospora tast H. arborescens, H. macrophylla, H. paniculata, H. quercifolia en H. serrata aan:

  • bruine tot purperen vlekjes verschijnen eerst op de onderste bladeren en verspreiden zich geleidelijk naar de rest van de plant
  • bij H. macrophylla verkleurt het midden van de vlekjes lichtbruin; errond zit een donkerbruine tot purperen ring; de vlekjes zijn 0,5 tot 0,8 cm diameter
  • bij H. quercifolia zijn de vlekjes hoekig en donkerbruin tot purper
  • de bladeren worden geel en vallen af
  • een zwaar aangetaste plant is minder groeikrachtig en vormt minder bloemen

Colletotrichum gloeosporioides

[2]

Colletotrichum tast voornamelijk H. macrophylla aan:

  • ronde of onregelmatige lichtbruine vlekken verschijnen op de gehele plant, ook op de bloemen; de vlekken kunnen tot 2 cm groot worden
  • grotere vlekken vertonen dikwijls concentrische lichtbruine en donkerbruine ringen
  • de bladeren worden geel en vallen af
  • een zwaar aangetaste plant is minder groeikrachtig en vormt minder bloemen

Oorzaak

De schimmels overleven gemakkelijk als asexuele sporen of conidia in afgevallen bladeren. Door opspattend water bereiken de conidia in het voorjaar de onderste bladeren. Van daar uit verspreiden ze zich verder over de plant. De sporen kiemen en vormen schimmeldraden (“mycelium”) die in de bladeren binnendringen langs de huidmondjes. Ze zuigen vocht en voedingsstoffen uit de plantencellen.

De ziekte valt vooral op in de (late) zomer omdat de sporen pas kiemen wanneer de temperatuur voldoende hoog is. Bekijk je de vlekken dan van nabij, dan zie je dat de schimmel er massaal nieuwe sporen produceert. Frequente regenbuien – en bovenop begieten – zorgen voor de snelle verspreiding van de sporen. Tijdens droge periodes wordt de ontwikkeling van de ziekte afgeremd.

Bladvlekkenziekten treden vooral buiten op.

Behandeling

Ecologisch

  • aangetaste en afgevallen bladeren verwijderen
  • vermijd watergeven op de plant
  • vermijd watergeven laat op de dag

Chemisch

De plant curatief bespuiten met een fungicide zoals Dithane Garden, Duaxo Spray, Sporgon Garden enz.

Terug naar boven

 

Echte meeldauw of witziekte

Symptomen

  • in een vroeg stadium vertonen de bladeren onderaan ronde, witte, pluizige vlekjes; die vlekjes groeien en vallen samen
  • in een later stadium vertonen de bladeren aan de bovenkant gele tot donkerrode vlekken, waarin nadien ook wit schimmelpluis verschijnt
  • de schimmel zal uiteindelijk de bladeren en de stengels volledig bedekken
  • de bladeren krullen om, drogen op en vallen af
  • een zwaar aangetaste plant ziet er afzichtelijk uit maar sterft gewoonlijk niet af

Oorzaak

Bij hydrangea’s wordt echte meeldauw veroorzaakt door de schimmel Erysiphe polygoni. De witte schimmeldraden (het “mycelium”) zuigen vocht en voedingsstoffen uit de plantencellen. Voortplanting gebeurt met ronde sporen of conidia die zich door de lucht naar andere planten kunnen verplaatsen. In dat stadium krijgt de schimmel tijdelijk een andere naam: de conidia worden Oidium hortensiae genoemd.

De sporen kiemen liefst op een droog bladoppervlak en bij hoge luchtvochtigheid en temperatuur. Aan die voorwaarden is dikwijls voldaan in kassen en in afgesloten tuinen met weinig luchtverplaatsing. Buiten verspreidt de ziekte zich het snelst wanneer warme dagen (b.v. 25 °C) gevolgd worden door koele nachten (b.v. 15 °C). De gevaarlijkste periode is dus het voorjaar, zowat van half mei tot eind juni. In de herfst komt witziekte ook regelmatig voor. Op dat ogenblik mag het afsterven van de bladeren dan minder erg zijn, hou er toch rekening mee dat de schimmel, verscholen in eindknoppen, een zachte winter kan overleven.

Witziekte komt vooral voor bij H. macrophylla. Sommige cultivars zoals ‘Grant’s Choice’ en ‘Lemmenhof’ zijn er gevoelig voor. Witziekte komt ook voor op H. serrata, H. arborescens en H. paniculata, in mindere mate op H. quercifolia.

Behandeling

Voorkomen is beter dan bestrijden. In de kas plaats je de planten voldoende ver uit elkaar en beperk je de luchtvochtigheid door te ventileren en te verwarmen. Neem enkel stekken van gezonde planten.

Ecologisch

De plant wekelijks bespuiten met een oplossing van minstens 10% en hoogstens 30% melk in water. Een nieuw biologisch middel is Fytosave Garden, maar dit moet preventief worden toegepast.

Chemisch

De plant curatief bespuiten met een fungicide zoals Duaxo Spray, Belrose Garden, Eminent Garden enz.

Terug naar boven

 

Grauwe schimmel

Symptomen

  • de bladeren en bloemknoppen vertonen rotte plekken en grijs schimmelpluis
  • de aangetaste plantendelen sterven (snel) af

Oorzaak

Deze aantasting wordt veroorzaakt door de “grauwe schimmel”, Botrytis cinerea. Het is een zwakteparasiet die zich eerst vestigt op afstervende of reeds dode stengels, bladeren of bloemen. Gezonde planten worden aangetast via wonden (denk hierbij aan ingesneden stekken!) en bij teer weefsel, zoals bloemen.

De kleine sporen van Botrytis cinerea hebben vocht nodig om de kieming in te zetten, de kiembuis uit te laten groeien en de plantendelen te doorboren. Bij hoge luchtvochtigheid (> 90%) kunnen de sporen vocht uit de lucht opnemen; is de lucht droger dan moeten de sporen over vrij water beschikken, bijvoorbeeld water afkomstig van beregening of condens op de plant. De sporen hebben ook een beperkte voedselreserve. Daarom hebben ze uitwendig voedsel nodig, zoals plantensap dat langs kleine verwondingen naar buiten komt. De snijwonde bij stekken is dus een ideale voedselbron! Uiteindelijk zuigen de sporen via de schimmeldraden (het “mycelium”) vocht en voedingsstoffen uit de plantencellen.

Botrytis treedt vooral op bij hydrangea’s in de kas en bij stekken onder plasticfolie. Ook in aanplantingen kunnen infecties optreden vanaf het voorjaar, vooral na enkele dagen koel en regenachtig of vochtig weer. De sporen worden verspreid door de wind (door het verplaatsen van aangetaste planten) en door opspattend water. In dood plantenmateriaal kan de schimmel de winter overleven.

Hoewel de grauwe schimmel alle hydrangeasoorten kan aantasten, zijn vooral H. aspera en H. macrophylla er gevoelig voor.

Behandeling

Voorkomen is beter dan bestrijden. Beperk de luchtvochtigheid door een goede luchtcirculatie. Neem enkel stekken van gezonde planten.

Ecologisch

  • de aangetaste planten of plantendelen in een (papieren) zak verwijderen; je doet dit best niet tijdens vochtige periodes omdat de lichte sporen zich dan makkelijk verspreiden
  • vermijd het verplaatsen van aangetaste planten
  • vermijd watergeven op de plant

Chemisch

De plant of de stekken kunnen behandeld worden met een breedspectrum fungicide (bv. Ortiva), maar eigenlijk moet dit preventief worden toegepast voor een goed effect.

Terug naar boven

 

Bladluizen

Symptomen

  • de bladluizen zien eruit als witte, gele, oranje, groene of zwarte stippen; ze komen vooral voor op jonge bladeren en op en rond bloemknoppen
  • op de bladeren verschijnt blinkende “honingdauw”, nadien ook zwarte vlekken van roetdauwschimmel; de honingdauw trekt mieren, vliegen, wespen en bijen aan
  • de bladeren krullen op
  • de groei is (sterk) geremd
  • problemen met bladluizen nemen af naarmate de bladeren dikker worden en afrijpen

Oorzaak

Grote kolonies bladluizen zuigen zoveel sap uit de jonge bladeren dat die gaan opkrullen en verwelken. Het opkrullen van de bladeren kan ook het gevolg zijn van toxinen die door sommige bladluissoorten in de plant worden geïnjecteerd.

De bladluizen nemen veel meer sap op dan ze kunnen verwerken en gebruiken. Het overschot scheiden ze af als “honingdauw”, de ideale voedingsbodem voor zwarte roetdauwschimmel.

Bladluizen planten zich zeer snel voort. Hun levenscyclus duurt soms maar 1 tot 2 weken. De vrouwtjes leggen gedurende het grootste deel van het jaar geen eitjes, maar zijn levendbarend; door asexuele vermeerdering brengen ze levende, meestal vrouwelijke bladluizen voort – die onmiddellijk aan de slag gaan. Mannetjes verschijnen enkel in de herfst. De meeste soorten produceren verschillende ongevleugelde generaties, gevolgd door een enkele generatie gevleugelde bladluizen. Die laatste vliegen naar andere planten waar ze nog meer ongevleugelde generaties produceren. Wanneer de dagen korter en koeler worden keert een gevleugelde generatie terug naar de winterwaardplant. Sommige bladluizen overwinteren als eitjes, andere als onvolwassen vrouwtjes.

Kleine populaties bladluizen veroorzaken doorgaans weinig schade.

Behandeling

Bladluizen zijn dikwijls de eerste plaag van het jaar; ze kunnen al vanaf maart verschijnen. (Te) goed bemeste planten zijn hun eerste keus.

Ecologisch

  • bladluizen hebben verschillende natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, zweefvliegen, gaasvliegen en sluipwespen
  • wanneer de aantasting niet te groot is kun je de bladluizen met een stevige waterstraal van de planten spuiten, of met je vingers van de stengels ritsen
  • de planten regelmatig bespuiten met een aftreksel van brandnetels, knoflook of vlierblad, of met een oplossing van bruine (groene, zwarte) zeep

Chemisch

  • de plant bespuiten met AVEVE Insecticide Plus, Polysect Spray, Pyrethro-Bio (Spruzit) enz.

Terug naar boven

 

Gegroefde lapsnuitkever of taxuskever

Symptomen

  • de volwassen kever vreet aan de bladeren, die typische “inhammen” gaan vertonen
  • de larven vreten aan de wortels en het ondergrondse deel van de stengel; bij gebrek aan wortels zit de plant los in de grond of in de pot

Oorzaak

De gegroefde lapsnuitkever of taxuskever (Otiorhynchus sulcatus) kan veel schade aanrichten. Het vrouwtje vreet ’s zomers niet alleen aan de bladeren, het legt ook eieren in de grond. Zodra die ontluiken (vanaf augustus) gaan de larven aan de wortels vreten. Dat duurt tot oktober, en gebeurt ook nog eens in het voorjaar. Tijdens de winter, wanneer het voldoende koud is, rusten de larven. In vorstvrij overwinterde potten is de temperatuur voldoende hoog opdat de larven geen winterslaap zouden houden. Ze vreten dan ook flink door!

De populaties van deze kever bestaan bijna uitsluitend uit vrouwtjes, die zich asexueel voortplanten.

Behandeling

De kever bestrijd je van mei tot juli. Je doet dit bij voorkeur ’s avonds omdat de taxuskevers dan op zoek gaan naar lekkere bladeren. Vanaf de schemering kruipen de kevers naar boven en kan je ze makkelijk (zaklamp!) van de bladeren plukken en vernietigen. Overdag verbergt de kever zich aan de voet van de plant of onder stenen, stukken hout of afgevallen bladeren. Je kunt de kevers lokken door een dakpan of een houten plankje tussen je planten te leggen: ze kruipen er overdag onder.

De larve bestrijd je vanaf begin juli.

Ecologisch

  • de kever heeft natuurlijke vijanden: vogels, mollen, kippen, loopkevers, egels en spitsmuizen.
  • tegen de larven kun je parasiterende aaltjes inzetten (Heterorhabditis bacteriophora).
    Die aaltjes hebben in hun darm een bacterie. Wanneer het aaltje de taxuskeverlarve binnendringt, komt de bacterie vrij en loopt de larve een fatale “bacteriële infectie” op. Binnen de 24 uur is de larve geveld. Opdat deze techniek zou werken moet de bodemteperatuur minstens 13 °C zijn. Is het kouder, dan zijn de aaltjes niet actief. In openlucht kun je de aaltjes in het voorjaar dus niet inzetten, wel in kassen.

Chemisch

  • de kever is (enigszins) te bestrijden door de plant te bespuiten met AVEVE Insecticide Plus, Pyrethro-Bio (Spruzit) enz.
  • er zijn in België geen chemische insecticiden vrij verkrijgbaar om de larven te bestrijden

Terug naar boven

 

Hydrangeadopluis

Symptomen

  • er verschijnen wollige, witte eipropjes op de onderzijde van de bladeren en op de takken (juni – juli), nadien ook zwarte vlekken van roetdauwschimmel
  • de honingdauw trekt mieren, vliegen, wespen en bijen aan
  • de groei is (sterk) geremd
  • de bladeren vallen af
  • de plant ziet er verwaarloosd uit

Oorzaak

De ongewenste gast is de hydrangeadopluis of Pulvinaria hydrangeae. Hij behoort tot de familie van de Coccidae of dopluizen. De “dop” in zijn naam verwijst naar de vorm van het lichaam: dat is vergroeid tot een bruin, gewelfd dopje.

Van juni tot juli produceert het vrouwtje wollige eizakjes, die te zien zijn op de bladonderkant en op de takken. In die zakjes zitten honderden eitjes. De jonge larven verschijnen doorgaans tussen half juni en midden juli. Zodra ze uit de eitjes kruipen zuigen ze sap uit de bladeren. De witte eizakjes blijven vaak nog zichtbaar op de plant lang nadat de larven zijn ontloken.

In het najaar, vóór de bladval, verhuizen de larven massaal naar de takken en twijgen om er te overwinteren. Na de winter (vanaf ca. april) trekken de larven naar de jonge bladeren om zich verder te voeden. Het overtollige water en suiker uit het plantensap scheiden ze af als kleverige “honingdauw”. Daarop kunnen roetdauwschimmels groeien. Tegen de vroege zomer zijn ze volwassen. De pootloze en ongevleugelde vrouwtjes zetten ze zich vast en zetten eizakjes af. Mannetjes komen maar zelden voor; ongeslachtelijke vermenigvuldiging is de regel.

Hydrangeadopluizen tasten vooral H. macrophylla en H. serrata aan.

Behandeling

Na hun winterrust kruipen de hongerige larven naar de bladeren om zich te voeden. Op dat tijdstip zijn ze het zwakst en kun je ze het best bestrijden. Ook bij hun ontluiking in juni-juli zijn de jonge larven kwetsbaar voor bestrijding.

Ecologisch

  • de aangetaste takken wegknippen en vernietigen of afvoeren (niet op de composthoop)
  • lieveheersbeestjes (Adalia bipunctata, Exochomus quadripustulatus) en sluipwespen (Coccophagus spp.) zijn natuurlijke vijanden

Chemisch

De plant curatief bespuiten met een insecticide zoals Insecticide 10 ME, AVEVE Insecticide Plus enz.

Terug naar boven

 

Phytoplasmose

 
[1]   [3]

Symptomen

  • de bloemen kleuren groen (EN: virescence)
  • uit de bloemdelen ontstaan bladscheuten (EN: phyllody); de bloem krijgt de aanblik van een “heksenbezem”
  • de groei is gestoord: de afstand tussen de knopen (de internodiën) worden steeds korter
  • de bladeren worden geel
  • de plant verzwakt en sterft

Oorzaak

De ziekte wordt veroorzaakt door phytoplasma’s (of fytoplasma's), eencellige organismen zonder kern en zonder celwand. Ze worden verspreid door insecten (vooral door cicaden) wanneer die sap uit de plant zuigen.

Behandeling

Ecologisch

  • de aangetaste planten afzonderen van niet-aangetaste planten; bij voorkeur vernietigen
  • zeker in potcultuur: regelmatig controleren op zuigende insecten

Chemisch

Deze ziekte is niet chemisch te bestrijden.

Terug naar boven

 

Slakken

Symptomen

  • slakken vreten aan de bladeren en aan de blad- en bloemknoppen
  • waar ze kruipen laten ze een slijmspoor achter

Oorzaak

Er zijn twee groepen slakken die hydrangea’s lusten:

  • naaktslakken, zoals de grauwe veldslak (Deroceras reticulatum) en Arion- en Limax-soorten;
  • huisjesslakken, zoals de tuinslak (Cepaea nemoralis) en de segrijnslak (Helix aspersa).

Slakken duiken op zodra in het voorjaar de temperatuur stijgt (eind maart). Met hun radula, een soort rasptong bedekt met fijne tandjes, schrapen ze plantendeeltjes af. Ze zijn tweeslachtig, zodat parende slakken elkaar wederzijds kunnen bevruchten. Een tweetal weken na de bevruchting leggen ze eitjes af in de grond; het zijn doorzichtige bolletjes. Drie maanden later gaat de nieuwe generatie slakken op zoek naar voedsel: dit kunnen levende planten zijn, maar ook dood organisch materiaal staat op hun menu (en daarom zijn slakken vaak ook nuttig!).

In de zon drogen huisjesslakken en naaktslakken snel uit. Daarom zijn ze vooral ’s avonds en ’s nachts actief. Overdag komen ze enkel tevoorschijn tijdens en na regenbuien, op andere momenten verschuilen ze zich bij voorbeeld graag onder je potten.

Behandeling

Vooral jonge planten moeten beschermd worden tegen slakken.

Ecologisch

  • na zonsondergang de zaklamp erbij halen en de slakken met de hand verzamelen en doden (tip: laat dode slakken achter in de tuin als voedsel om natuurlijke vijanden te lokken)
  • lokmiddeltjes gebruiken, bij voorbeeld her en der in de tuin enkele stenen of dakpannen los op elkaar leggen: overdag verbergen de slakken er zich onder zodat je ze kunt vangen
  • een barrière opwerpen rond je waardevolle hydrangea’s: de afwerende werking van scherp zand, as, fijngemaakte eierschalen of schelpen en ook kopertape wordt betwist
  • vallen opzetten bij je hydrangea’s, bij voorbeeld door glazen of plastic potjes met bier of melk in te graven zodat hun rand net boven de grond uitkomt
  • in de natuur én in de tuin wordt de slakkenpopulatie in toom gehouden door een heleboel natuurlijke vijanden zoals roofkevers, spinnen, spitsmuizen, egels en vogels (lijsters!)
  • parasiterende aaltjes (Phasmarhabditis sp.) inzetten

Chemisch

Slakkenkorrels tussen – niet op – de planten strooien bij warm en vochtig weer:

  • klassieke korrels bevatten een giftige werkzame stof (metaldehyde), een lokmiddel en soms ook een stof die het product onaantrekkelijk maakt voor huisdieren: Arionex Garden, Slugran, Limaslak enz.
  • korrels op basis van ferrifosfaat zijn op zich niet giftig voor huisdieren: Bio Anti-Slak/Anti-Limaces, Escar-Go, Naturen Limex enz.

Terug naar boven

 

Spint (kasspintmijt)

Symptomen

  • de bladeren vertonen bovenaan gele puntjes; nadien verkleuren ze volledig geel, bruin of grijs
  • de bladeren drogen op en sterven af
  • een sterk aangetaste plant kan afsterven

Oorzaak

Spint is de naam van de plaag die veroorzaakt wordt door de kasspintmijt of Tetranychus urticae. Zijn belangrijkste actieterrein: hydrangea’s in kassen en hortensia’s in de huiskamer.

Kasspintmijten zijn geel of groen gekleurd, of oranje wanneer ze overwinteren. De wijfjes zijn 0,5 cm groot; de mannetjes 0,3 cm. Volwassen kasspintmijten hebben 2 donkere vlekken op het achterlijf. Ze komen vooral voor aan de onderzijde van het blad. Daar voeden ze zich met celsap en weven ze een fijn web om zich te beschermen.

Elk wijfje legt onderaan het blad zo’n 50 tot 100 bolvormige, doorzichtige eitjes. Bij warm en droog weer duurt de levenscyclus amper 1 week.

De kasspintmijt tast vooral H. macrophylla en H. serrata aan.

Behandeling

Van het voorjaar tot in de herfst volgen generaties kasspintmijten elkaar op. Bestrijden kan dus het hele groeiseizoen door nodig zijn. Spintmijten worden echter snel resistent tegen acariciden.

Ecologisch

  • de plant, en vooral de onderzijde ervan, bespuiten met:
    • een oplossing van zeep of met insecticidezeep (“zachte zeep”; kaliumzout van vetzuren) verkrijgbaar onder de handelsnaam Savo-Net, Natria Anti-Sect Bio enz.
    • paraffineolie, verkrijgbaar onder de handelsnamen Promanal, Vernotex Garden enz.
    • koolzaadolie (al dan niet in combinatie met een natuurlijk pyrethrum), verkrijgbaar onder de handelsnamen Bio Insect Stop, Naturen Eradibug, Polysect Spray enz.
  • de roofmijt Phytoseiulus persimilis inzetten:
    • groeit snel
    • verorbert 5 tot 10 spintmijten of 20 eitjes per dag
    • ontwikkelt trager bij warm en droog weer (dan is de kasspintmijt het actiefst!)
  • de roofmijt Neoseiulus californicus (Amblyseius californicus) inzetten:
    • kan preventief ingezet worden
    • is actief tussen 8 °C en 35 °C; kan dus buiten uitgezet worden
    • verorbert 5 spintmijten en enkele eitjes per dag
    • kan een tijdje overleven zonder kasspintmijten waardoor men ze minder vaak hoeft uit te zetten

Chemisch

De plant, en vooral de onderzijde ervan, curatief bespuiten met een insecticide/acaricide zoals Fazilo Spray.

Terug naar boven

 

Stengelaaltjes

Symptomen

  • de stengels vertonen abnormale verdikkingen en verkleuringen
  • de plant groeit in de breedte in plaats van in de hoogte

Oorzaak

Het stengelaaltje of Ditylenchus dipsaci is een microscopisch kleine worm van ongeveer 1,5 mm lang. De parasiet komt de plant binnen langs de huidmondjes van jonge bladeren en langs wondjes in de stengels. Buiten de plant verplaatst hij zich snel wanneer de plant nat is. In de plant voedt hij zich met plantencellen; op die plaatsen gaan de cellen delen en uitzetten. Een vrouwelijk aaltje legt tijdens de 70 dagen van haar leven tot 500 eitjes. De volledige levenscyclus, van ei tot ei, duurt 15 tot 25 dagen. Het stengelaaltje kan makkelijk enkele jaren in de bodem overleven.

Behandeling

Ecologisch

De aangetaste planten vernietigen!

Chemisch

Deze ziekte is niet chemisch te bestrijden.

Terug naar boven

 

Wortelrot

Symptomen

  • de bladeren verwelken en herstellen niet meer ondanks begieten
  • de bladeren verkleuren vroegtijdig en vallen af
  • jonge scheuten sterven af
  • een sterk aangetaste plant kan afsterven

Oorzaak

Hoewel een te natte of te droge grond het wortelstelsel kan aantasten – dit zijn de eerste boosdoeners waaraan je moet denken, kunnen ook verschillende schimmels wortelrot veroorzaken. We denken dan bijvoorbeeld aan Armillaria-, Phytophthora-, Pythium- en Rhizoctonia-soorten. De schimmel dringt de planten binnen via de wortels en doet ze afsterven. De schimmel overleeft in de bodem.

Alle hydrangeasoorten kunnen aangetast worden door wortelrot. In onze kijktuin in Destelbergen was er al een aantasting van H. arborescens en H. paniculata door Phythophthora nicotiana.

Behandeling

Voorkomen is beter dan bestrijden. Gebruik een luchtig substraat, plaats de plant op een goed gedraineerde grond waar de watertafel niet te hoog is. In de kas gebruik je gesteriliseerde potgrond en spoel je potten en trays vooraf met een oplossing van bleekwater.

Ecologisch

Je kan de plant (mogelijks) als volgt redden:

  • neem de plant uit de pot of – indien ze niet te groot is – graaf ze op
  • spoel de wortels overvloedig en snij de bruine, aangetaste wortels weg
  • snoei 1/3 tot 1/2 van de bladeren weg: vermits er minder wortels overblijven kan de plant minder water opzuigen om de verdamping via de bladeren te onderhouden
  • herplanten in verse, gesteriliseerde potgrond of met verse bodemverbeteraar

Chemisch

De bodem in een wijde straal rond de plant begieten met een fungicide zoals Dithane Garden, Sporgon Garden enz.

Planten die (met menselijke hulp) een aantasting overleven, vertonen enkele seizoenen dwerggroei.

Terug naar boven

 

Korstmos

Symptomen

  • de plant groeit traag, heeft veel dunnere of dode takken en weinig bladeren
  • de plant verliest zijn bladeren nog voor de herfst
  • de bast van de takken en de stam barst open en bladert af

Oorzaak

Een korstmos is een samenwerkingsverband (symbiose) tussen een wier en een schimmel. Het gedijt op stilstaande voorwerpen, in ons geval dus op traag groeiende planten. Korstmossen komen vrijwel niet voor op gezonde, snel groeiende bomen en heesters omdat die voortdurend nieuwe bast produceren: het korstmos krijgt de kans niet om zich vast te hechten.

Conclusie: de plant waarop korstmos groeit, doet het niet goed. Het probleem situeert zich dikwijls in het wortelstelsel, waardoor de plant onvoldoende water en voedingsstoffen kan opnemen door bijvoorbeeld wortelrot of door compactering van de bodem.

Behandeling

Hoewel het mogelijk is om het korstmos te verwijderen (afborstelen, een mosverdelger zoals Mogeton spuiten), zoek je de oorzaak best elders!

Terug naar boven

 

IJzergebrek

[4]

Symptomen

  • de bladeren worden geel tussen de nerven, de nerven blijven groen; de symptomen verschijnen het eerst bij jonge bladeren, in de top van de plant
  • in erge gevallen worden de bladeren bijna wit; de bladranden sterven af
  • door gebrek aan bladgroen stagneert de fotosynthese zodat de groei van de plant wordt geremd

Oorzaak

Er mag dan wel ijzer aanwezig zijn in de bodem, de plant kan het niet opnemen. Dit verschijnsel wijst erop dat de bodem niet zuur genoeg is (pH hoger dan 7). Dat kan dan weer het gevolg zijn van gieten met leidingwater of van het gebruik van ongeschikte compost.

Vooral H. macrophylla is gevoelig voor ijzergebrek.

Behandeling

Voorkomen is beter dan bestrijden. Laat je gietwater analyseren en gebruik bij het planten zuurwerkende bodemverbeteraar.

Ecologisch

Als lange-termijn-oplossing verlaag je de bodem-pH door te mulchen met zuur organisch materiaal zoals dennenschors (maar let op dat daardoor de bodem niet te vochtig wordt).

Chemisch

De plant(en) begieten of besproeien met een 2 g/l oplossing van 10-15% ijzerchelaat. Je ziet het resultaat al na 1-2 weken.

Terug naar boven

 

Magnesiumgebrek

 
[5]   [6]

Symptomen

  • de bladeren worden geel tussen de nerven en langs de randen, de nerven blijven groen; de symptomen verschijnen het eerst aan de toppen van oudere bladeren onderin de plant (zie de foto van de tomatenplant links)
  • door gebrek aan bladgroen stagneert de fotosynthese zodat de groei van de plant wordt geremd

Oorzaak

Magnesiumgebrek kan optreden bij koud en vochtig weer. Door de koude kan de plant minder magnesium opnemen; door overvloedige neerslag spoelt magnesium uit. Gewoonlijk verdwijnt het gebreksverschijnsel wanneer het warmer en droger wordt.

De zuurtegraad van de bodem of het potsubstraat speelt ook een rol: bij lage pH is magnesium minder opneembaar. In sommige zandgronden met een lage pH is inderdaad weinig magnesium aanwezig. Anderzijds is voor blauwe hortensia’s een lage pH nodig, maar je mag dus niet overdrijven!

Behandeling

Ecologisch

Als het magnesiumgebrek wordt veroorzaakt door een te zure bodem, kun je als lange-termijn-oplossing de bodem-pH verhogen door dolomietkalk te strooien.

Chemisch

De plant(en) aangieten met een 5-10 g/l oplossing van epsomzout (magnesiumsulfaat).

Terug naar boven

 

Referenties

  1. Foto Judith King (US)
  2. Gerald Holmes, California Polytechnic State University at San Luis Obispo, Bugwood.org. Afbeelding op: http://www.forestryimages.org/browse/detail.cfm?imgnum=1577593
  3. APS Article Image. Afbeelding op: http://www.apsnet.org/edcenter/illglossary/Article%20Images/Forms/DispForm.aspx?ID=772
  4. P&PDL Picture of the Week for May 10, 2010. Afbeelding op: http://www.ppdl.purdue.edu/ppdl/weeklypics/5-10-10.html
  5. Organic gardening @ 3618. Tomato magnesium deficiency. Afbeelding op: http://bypedal.typepad.com/photos/organic_gardening_3618/img_2008.html
  6. Smart Fertilizer. Visual Identification of Nutrient Deficiencies. Afbeelding op: http://www.smart-fertilizer.com/articles/nutrient-deficiencies

Terug naar boven

 

Auteurs: Luc Balemans, Georges Piens & Patrick De Clercq (2015-2021)